Deel A: Totaalbeeld gebiedsontwikkelingen

Grondportefeuille Almere

Het voeren van actief grondbeleid met grondexploitaties brengt financiële risico’s met zich mee. De risico’s van de portefeuille grondexploitaties worden op twee niveaus in beeld gebracht: Specifieke projectrisico’s en meer algemene markt- en macro economische risico’s.

Specifieke projectrisico’s

Ten behoeve van de beheersing van de risico’s en de financiële impact die de risico’s kunnen hebben op de exploitaties worden per complex deze risico’s in beeld gebracht en gewaardeerd. Om de risico’s financieel te waarderen wordt gebruik gemaakt van de door uw Raad vastgestelde risicowaarderingsmethodiek conform de “kadernota weerstandsvermogen”.
Vanaf MPGA 2022 is het projectmarktrisico als projectrisico toegevoegd. Dit is een risico die project specifiek van toepassing is afhankelijk van het programma per grondexploitatie. Dit risico is ontstaan door de bijgestelde ramingsmethodiek van de grondopbrengsten.
In de grondexploitatie worden de grondopbrengsten marktconform geraamd voor de volledige looptijd, op basis van de actuele residuele grondprijzen. Het is niet toegestaan een verwachte toekomstige grondwaardedaling al in de ramingen te verwerken. Wel staan de boekhoudregels toe dat we hiervoor een specifiek risico berekenen: het projectmarktrisico.
Het projectmarktrisico is berekend uitsluitend voor marktwoningen (projectmatig woningbouw en particulier opdrachtgeverschap). Marktwoningen die al onder contract zijn, sociale woningbouw, bedrijven en voorzieningen zijn buiten beschouwing gelaten omdat ze minder gevoelig zijn voor de marktontwikkelingen.
Bij de berekening van het risico worden de volgende parameters gehanteerd. De vrij op naam-prijzen daalt met 3,8% in 2023 en 2,6% in 2024. Dit zijn de gemiddelde percentages die door de banken en externe adviseurs worden ingeschat. Voor de bouwkosten geldt een stijging van 4,3% in 2023 en 3,3% in 2024. Wanneer we dit doorrekenen in de residuele grondprijzen voor de woningkavels die we nog moeten afzetten, komen we op veel lagere grondopbrengsten dan in de basisraming van MPGA 2023. Dat verschil is het projectmarktrisico.
Het projectmarktrisico bedraagt totaal € 194 miljoen en heeft betrekking op de grondexploitaties Kustzone Haven, Overgooi, Noorderplassen, Nobelhorst, Vogelhorst, Duin en Stadstuinen.

Bij het jaarlijkse actualiseren van de grondexploitaties wordt het risicoprofiel en daarbij behorende risicokapitaal geactualiseerd. Het totale risicoprofiel wordt thans op € 463 miljoen maximaal geldgevolg (geldschade) geraamd. Deze raming bedraagt circa 24% van de nog te maken kosten (€ 0,7 miljard) en nog te realiseren opbrengsten (€ 1,3 miljard). Na weging op kansberekening van de diverse componenten bedraagt het risicobedrag over alle complexen € 312 miljoen (€ 7 miljoen voor de negatieve grondexploitaties en € 305 miljoen voor de positieve grondexploitaties).

De belangrijkste risico’s zijn te vinden bij de grondexploitaties Nobelhorst, Kustzone Poort, Stadstuinen Poort en Noorderplassen. Voor de vergelijking en de verklaring van de verschillen van het risicoprofiel tussen het MPGA 2023 en de programmabegroting 2023 wordt verwezen naar het hoofdstuk weerstandsvermogen.

Macro economische risico’s

Naast specifieke projectrisico’s in grondexploitaties, worden ook markt- en macro economische risico’s in beeld gebracht om de mogelijke financiële consequenties van tegenvallende marktontwikkelingen op de hele portefeuille aan grondexploitaties op te kunnen vangen.

Een voorzichtig scenario en 2 crisisscenario’s

Er is onderscheid gemaakt in een ‘Voorzichtig scenario’ (zoals ieder jaar wordt doorgerekend) en 2 ‘Crisis-scenario’s’. Een economische crisis leidt tot minder vertrouwen, lagere leencapaciteit en minder verhuisbewegingen. Dit zal er waarschijnlijk ook toe leiden dat, ondanks de huidige behoefte aan woningen, er minder afzet is van grond voor woningbouw. Mensen komen tot andere afwegingen of zijn niet langer in staat om een woning te kopen / te huren. De ambities uit de concept-woonvisie in te realiseren woningen in de komende jaren, worden in die scenario’s niet gerealiseerd. De ‘woningmarkt’ bepaalt zelf voor een groot deel de behoefte aan woningbouw en daarmee het tempo in de woningbouwontwikkeling.

Als gevolg van een recessie kunnen de woningprijzen en daarmee de grondprijzen sterker dalen. In de twee crisis-scenario’s is er tevens rekening mee gehouden dat er extra kosten voor planontwikkeling nodig zijn, doordat de ontwikkelingen meer tijd kosten (minder efficiënt) en de organisatie niet zo snel afgeschaald kan worden.

De belangrijkste parameters voor de scenario’s zijn lagere afzet, lagere grondprijzen en hogere rente. Deze parameters zijn per grondexploitatie doorgerekend. In onderstaande tabel zijn de uitgangspunten en de financiële effecten per scenario weergegeven en afgezet tegen het referentiescenario uit het MPGA 2023.

In onderstaande tabel zijn de uitgangspunten en financieel effect uiteengezet.

Componenten scenario

MPGA 2023:

Voorzichtig

Crisis

Crisis

realistisch

licht

zwaar

scenario

scenario

scenario

scenario

Gemiddelde afzet woningen per jaar 2023 – 2027

1.100

2023: 426

2023: 426

2023: 426

Vanaf 2024: 850

2024: 500

2024-2027: 500

Vanaf 2025: 850

Vanaf 2028: 850

Gemiddelde afzet bedrijven per jaar 2023 – 2027

16 ha

7 ha 

2023: 7 ha

2023: 7 ha

2024 – 2025: 1 ha

2024 – 2027: 1 ha

Vanaf 2026: 7 ha

Vanaf 2028: 7 ha

Rente percentage (langjarig gemiddelde)

1,5%

2,0%

2,0%

2,0%

Opbrengstontwikkeling percentage

1.5%

1,0%

2023: -3.0%

2023: -5,0%

2024: -5,0%

2024: -5,0%

          2025:  0,0%

2025: -3,0%

          2026:  2,0%

2026:  0,0%

          2027:  4,0%

           2027:  3,0%

Vanaf 2028: 1,5%

           2028:  5,0%

Vanaf 2029: 1,5%

Kostenontwikkeling percentage

2,0%

2,0%

2,0%

2,0%

Financieel effect

Benodigde voorziening negatieve grexen en risico’s

€ 65 mln.

€ 70 mln.

€ 85 mln.

€ 100 mln.

Beschikbare voorziening + harde reserve in weerstandsvermogen grondbedrijf

€ 117 mln.

€ 117 mln.

€ 117 mln.

€ 117 mln.

Niet afgedekt binnen grondbedrijf

-

-

-

-

Financieel effect

In het voorzichtige scenario ligt de afzet van woningbouwkavels structureel circa 20% lager dan het referentiescenario. De opbrengststijging ligt met 1,0% lager dan in het referentiescenario, terwijl de rente met 2,0% juist hoger ligt. Op basis van deze parameters hebben de negatieve grondexploitaties en risico’s een saldo van € 70 miljoen, wat € 5 miljoen hoger is dan in het referentiescenario. Dit bedrag is reeds opgenomen in de berekening van het weerstandsvermogen en daarmee al afgedekt.

In de scenario’s crisis-licht en crisis-zwaar daalt de afzet van woningbouw naar 500 woningen voor één tot enkele jaren. Bij bedrijventerreinen zakt de afzet naar een niveau van slechts 1 hectare voor enkele jaren. De grondprijzen gaan eerst flink dalen en na enkele jaren vindt herstel plaats. We zien dat in beide crisis-scenario’s de benodigde voorziening voor negatieve grondexploitaties groter wordt. De vraag is steeds of we dat kunnen opvangen binnen de beschikbare buffers. In totaal hebben we € 117 miljoen buffer beschikbaar, namelijk de voorziening voor de verlieslatende grondexploitaties (€ 65 miljoen) en de harde reserves binnen het weerstandsvermogen van het grondbedrijf (€ 52 miljoen).

Bij het scenario crisis-licht houden we rekening met een benodigde voorziening voor negatieve grondexploitaties van € 85 miljoen. In dit bedrag zijn ook extra plankosten opgenomen, omdat we ervan uitgaan dat de afbouw van personeel minder snel gaat. Daardoor vallen de plankosten hoger uit. Bij het scenario crisis-zwaar speelt hetzelfde, en daar bedraagt de benodigde voorziening € 100 miljoen. In beide gevallen kan dat worden opgevangen binnen de aanwezige buffer van € 117 miljoen.

De huidige marktverwachtingen voor met name woningbouw zijn ook somber. Toch blijkt uit de scenario’s dat de risico’s van zelfs behoorlijk grote crises binnen de kaders van het grondbedrijf kunnen worden opgevangen. Dat komt doordat voor de belangrijkste grondexploitaties met woningbouw (Kustzone Poort, Stadstuinen, Nobelhorst) nog steeds een hoog positief resultaat wordt verwacht. We hebben dus een flinke buffer voor tegenvallers.

Deze pagina is gebouwd op 05/31/2023 11:49:31 met de export van 05/31/2023 11:40:45